5 vragen over het primen van zaden
Het primen van zaden voor de landbouw is een van de krachtigste technieken in zaadveredeling. Maar je vraagt je misschien af: waarom en wanneer is het voordelig om zaden te primen? Waar komt het idee van primen eigenlijk vandaan? Is primen mogelijk voor alle soorten zaden? Zijn er nadelen bekend van primen? En, tot slot, is er een alternatief voor primen?
1. Waarom en wanneer moet je primen?
Het primen van zaden kan verschillende redenen hebben, die naar mijn mening allemaal te maken hebben met ontkieming. Na het primen verloopt de ontkieming van zaden sneller en vooral uniformer. Daarnaast kunnen geprimede zaden ook beter ontkiemen onder suboptimale omstandigheden. Als er dormantie in het zaad aanwezig is, wordt deze doorbroken en als er geen dormantie aanwezig is, maar dit wel kan optreden bij bloodstelling van het zaad aan ongunstige omstandigheden, kan dit worden voorkomen. Een uniforme kieming kan heel wat voordelen opleveren, van gemakkelijker uitplanten tot meer uniforme en hogere opbrengsten.
2. Wat is de oorsprong van priming?
Als priming wordt beschouwd als ‘het bevochtigen van zaden voor het zaaien’, dan is priming een oude techniek die al werd toegepast door de oude Grieken en Romeinen. Als het bevochtigen echter op een veel nauwkeuriger en gecontroleerde manier gebeurt, dan werd priming voor het eerst beschreven door Heydecker (1973/1974).
Priming is een proces waarbij zaden gecontroleerd gehydrateerd worden, waardoor ze de meeste fases van het ontkiemingsproces kunnen doorlopen, maar niet genoeg vocht krijgen om de kiemwortel te laten uitstulpen.
Bij Incotec gebruiken we de definitie gebaseerd op de laatste situatie: priming is een proces waarbij zaden gecontroleerd worden gehydrateerd, waardoor ze de meeste fasen van het kiemproces kunnen doorlopen, maar niet genoeg vocht krijgen om de kiemwortel te laten uitstulpen. Op deze manier verloopt de kieming zo synchroon mogelijk, en tijdens het proces kan ook de dormantie worden doorbroken of voorkomen.
3. Welke soorten zaad kunnen geprimed worden?
Hoewel er uitzonderingen zijn, wordt primen meestal gedaan bij groentezaden. Omdat primen een nauwkeurige bevochtiging van het zaad inhoudt en vrij veel tijd in beslag kan nemen, wordt een primingsbehandeling voor akkerbouwgewassen of grootschalige groentesoorten zelden uitgevoerd. Een uitzondering is suikerbiet, waar het zaad dormantie heeft en ook gepilleerd moet worden. Voor groenten wordt bij vrij veel soorten een primingsbehandeling uitgevoerd. Alleen soorten die geen dormantie hebben en van zichzelf al een snelle en uniforme kieming hebben, hoeven niet geprimed te worden. Maar heel wat soorten hebben een soort van dormantie of hebben een heterogene kieming en voor die soorten is primen onmisbaar.4. Wat is het nadeel van priming?
Als priming goed wordt uitgevoerd, heeft het maar één groot nadeel en dat is een kortere houdbaarheid. Bij de meeste soorten kiemt het zaad een paar jaar na het primingsproces nog prima. Bij een soort als selderij is de houdbaarheid echter maar een paar maanden. En als het primen slecht wordt uitgevoerd (te lang of met een te hoog vochtgehalte) wordt de houdbaarheid natuurlijk nog verder teruggebracht. Dan kan het zaad zelfs ontkiemen tijdens het primen. Voor gespecialiseerde zaadveredelingsbedrijven zoals Incotec ligt de expertise in het creëren van een priming met voldoende synchronisatie-effect en een juiste houdbaarheid.
5. Zijn er alternatieven?
In principe zijn er geen alternatieven voor priming. Als de reden voor een slechte kieming fysiologisch is, heb je een fysiologische aanpak nodig om het op te lossen. Zelfs als de hoofdreden fysiek is, zoals een ondoordringbare zaadhuid, betekent het oplossen hiervan niet dat de zaden fysiologisch gesynchroniseerd zijn.
Om een priming voor een nieuwe soort te ontwikkelen, zijn er 7 aspecten waar rekening mee gehouden moet worden. Deze worden besproken in mijn volgende publicatie.
Henry Bruggink is senior onderzoekswetenschapper bij Incotec, een toonaangevend bedrijf op het gebied van zaadverbetering. Henry is gespecialiseerd in priming. Onlangs droeg hij een hoofdstuk bij aan het boek Advances in seed science and technology for more sustainable crop production, van Dr. Julia Buitink en Professor Olivier Leprince.